mrt 192012
 

Web 2.0 is heel wat minder belangrijk voor de relatie overheid-burger dan veel it-specialisten geneigd zijn te denken. Behalve op het terrein van buurtontwikkeling. Het geloof dat interactieve internettoepassingen de verhouding tussen burger en publieke instellingen ingrijpend zullen veranderen, is een miskenning van de rol van de overheid.

De overheid heeft tot taak op een betrouwbare manier de complexe samenleving te laten functioneren en (sociale) grondrechten veilig te stellen. Die rechten garanderen minima aan vrijheid, veiligheid, sociale zekerheid, een schoon milieu, rechtszekerheid, voedselkwaliteit, mobiliteit en de collectieve financiering daarvan.

Dat zijn zaken die op nationaal en steeds meer op Europees niveau worden geregeld. Ook al wordt de samenleving mondiger en is er een zekere roep om een kleinere overheid, het is zeer onwaarschijnlijk dat de overheid op dit gebied over enkele jaren haar werk kan staken.

Communities

De web 2.0-toepassingen zoals interactieve websites en social media zijn instrumenten waarmee (grote groepen) burgers hun mening kenbaar kunnen maken. Waarmee ze hun ideeën in het publieke debat kunnen brengen.
Daarmee krijgt het maatschappelijk debat een nieuwe intensiteit. Burgers kunnen veel meer informatie raadplegen. Kunnen gemakkelijk communities vormen, die ergens voor gaan lobbyen. En ze kunnen effectiever de media en publieke opinie bespelen.

Maar in wezen is dit niets anders dan het scherper articuleren van een standpunt en meer massa organiseren op een bepaald issue. Het verandert niets aan de essentiële taak van de overheid dat zij belangen moet afwegen. Dat ze zich niet mag laten leiden door een gepassioneerde minderheid. Dat ze haar budget moet bewaken en niet per half jaar van standpunt en beleid mag veranderen.

Omgangsvormen

De it-gemeenschap wijst echter op succesvolle interactieve projecten in buurten. Naar maatschappelijke voorzieningen op de schaal van een buurt of een gemeente. Is daar dan niet fundamenteel de verhouding tussen burger en overheid veranderd? Is het dan niet duidelijk dat de overheid, wanneer zij zich luisterend opstelt en burgers de ruimte geeft, tot een andere aanpak komt dan in het oude top-downmodel?
Zeker, die voorbeelden zijn er, zij duiden op nieuwe omgangsvormen tussen overheid en burgers. Maar alle voorbeelden die ik ken, hebben gemeenschappelijk dat zij op kleine schaal spelen. In duidelijk gedefinieerde projecten, die met de directe leefomgeving of voorzieningen van de betrokken mensen te maken hadden. Dan is het inderdaad mogelijk met een mooie website burgers mee te laten denken over de inrichting van een wijk. Hen keuzes te laten maken en zelfs duidelijke adviezen te laten geven.

Verder kijken dan eigen tuin?
Op alle hogere schaalniveaus dan van de ruimtelijke inrichting van een buurt, zijn er twee factoren waardoor dit model niet toepasbaar is. Ten eerste het feit dat de bereidheid van burgers om actief en intensief hun belangen te behartigen alleen geldt voor zaken die betrekking hebben op hun directe leefomgeving.

Ten tweede dat de onderwerpen van overheidshandelen zeer complex zijn. Niet alleen intrinsiek maar ook door de politieke context waarin ze staan (partijpolitiek, internationale orde, maatschappelijke verhoudingen). Het is niet denkbaar dat interactieve webtoepassingen het mogelijk maken dat burgers daarin gaan meebeslissen.

Kortom
Dit wil niet zeggen dat web 2.0 niet gebruikt zou kunnen worden om burgers meer stem te geven en om hun voorkeuren te peilen. Daar is niets mis mee, maar het is ook niet méér dan dat. Behalve waar het de directe leefomgeving betreft. Het is dus primair een nieuw communicatiemiddel in de interactie tussen burgers en overheid. Maar niet een middel dat de rollen zou omdraaien. En dat is misschien maar goed ook. Anders zouden de grootste schreeuwers de meeste invloed krijgen.

(Gepubliceerd op www.ruimtevolk.nl, 13 juli 2010)

Share