apr 152021
 

boekbespreking door Pieter Maessen

De krant waar dit boek over gaat is een instituut. Dat was zij vanaf het begin en zij is het nog steeds, zeker als je let op het aantal primeurs en de degelijke onderzoeken die haar journalisten doen. De krant heeft nog steeds trekken van het ‘liberale avondblad’ zoals Trouwcolumnist Hans Goslinga haar consequent noemt. Wie in Nederland indruk wil maken met een opiniestuk of een overlijdensannonce, kiest eerder voor dit dan voor een ander dagblad. Maar het instituut heeft in de loop der jaren ook heel wat slijtage opgelopen en is een paar keer flink verbouwd.

Dat komt allemaal uitvoerig aan bod in de geschiedenis die oud-redacteur John Kroon heeft geschreven. Het is een behoorlijk dik boek en Kroon heeft zijn best gedaan niets over te slaan, zoals dat hoort in een grote familiegeschiedenis. Elke oom en nicht moet een keer genoemd worden. De lezer kan daar naar hartelust in grasduinen en dan valt er veel te vinden dat interessant is.

Kroon heeft een heel heldere stijl, schrijft luchtig en hij spaart niets en niemand. Alle grote en kleine affaires en ontwikkelingen komen aan bod en niemand wordt op een voetstuk geplaatst zonder ook een raillerende opmerking te moeten incasseren.

Deze geschiedenis laat ook zien hoe lastig het is om tweehonderd intellectuelen samen aan één product te laten werken, mensen die liefst bij alles vraagtekens zetten, het vaak beter menen te weten en voor wie hiërarchie niet allesbepalend is. Vooral spannend zijn de pagina’s over de jaren van de vorige hoofdredacteur, de Vlaming Peter Vandermeersch. Hij heeft de krant een heel nieuwe kant op gestuurd, maar het duurde een paar jaar eer dat uitgekristalliseerd was en intussen gingen er regelmatig dingen mis. Op het hoogtepunt van de transformatieperikelen schreef Mark Kranenburg, voorzitter van de redactieraad, in een mailtje aan een collega dat het leek of de redactie een gesticht was, ‘maar wel óns gesticht’.  Per ongeluk stuurde hij dat mailtje naar alle redacteuren. Dat soort incidenten haalt dan weer de druk van de ketel.

Ik kan me voorstellen dat iemand die over honderd jaar dit boek leest, een heel verrassend beeld krijgt door het zijlicht dat het werpt op de Nederlandse geschiedenis in de periode 1970-2020. Goed bewaren dus.

Share