apr 262013
 

Het Plein in de sneeuwDoor Pieter Maessen
(Gepubliceerd in Den Haag Centraal, 12 april 2013)

Wat is Den Haag zonder de Randstad? Dat is een vervelende vraag voor liefhebbers en bestuurders van deze stad. Maar ze moet wel gesteld worden, en niet alleen over Den Haag. Ook Amsterdam en Rotterdam hebben hun sterke positie alleen te danken aan het feit dat ze deel uitmaken van het grotere geheel van de Randstad.

De Randstad is, zo blijkt uit onpartijdig Duits onderzoek, na Londen en Parijs de belangrijkste en sterkste metropoolregio van Europa. De Randstad eindigt boven Brussel, het Ruhrgebied en Moskou en ruim voor Wenen, Frankfurt, Rome en Madrid. Hoe komt dat? Doordat de Randstad zeer hoog scoort op vijf bouwstenen die de kracht van een metropoolregio bepalen: 1. de aanwezigheid van internationale bestuurlijke instellingen, 2. een krachtige economie, 3. een goed transportnetwerk, 4. een hoog niveau van de wetenschappelijke instellingen en 5. een ruim cultuuraanbod.

Polder

Het is moeilijk de Randstad als één metropoolregio te zien, want zij lijkt helemaal niet op een wereldstad. Wat we op de kaart zien is een verzameling steden aan de rand van een poldergebied: Utrecht, Amsterdam, Haarlem, Schiphol, Leiden, Den Haag, Delft, Rotterdam en Dordrecht en de tientallen gemeenten die daartussen liggen.

Die steden zijn onafhankelijk van elkaar groot geworden en maken pas tweehonderd jaar deel uit van één koninkrijk. Vóór die tijd was er geen centraal gezag. Integendeel: de regenten van de afzonderlijke steden deden er alles aan om te voorkomen dat één stad, Amsterdam, te machtig zou worden. De uitkomst van die strijd was dat Amsterdam economisch centrum en Den Haag bestuurscentrum werd, terwijl Rotterdam zich tot poort naar het Europese achterland kon ontwikkelen.

Massa

De kracht van een metropoolregio als de Randstad zit in het op allerlei manieren verbinden van mensen en activiteiten met elkaar. Daarom blijven stedelijke regio’s nog steeds mensen aantrekken. Het Centraal Planbureau verwacht de komende twaalf jaar een groei van de Randstad met 700.000 nieuwe inwoners.

Omdat de Randstad zo’n verspreide metropool is, moeten we extra aandacht aan de interne verbindingen besteden. Het gaat er niet alleen om dat mensen gemakkelijk van A naar B kunnen komen. In een stad gaat het er ook om dat zoveel mogelijk mensen met verschillende beroepen en kwaliteiten dicht bij elkaar werken. Door het bijeenbrengen van mensen in een stad ontstaat massa.  Die geeft  een economisch draagvlak voor bijvoorbeeld een cultuurcentrum, luxe winkels of gespecialiseerde advocaten.

Hoofdkantoor

De verschillende Randstadsteden hebben ieder een paar economische specialisaties. Den Haag is vanouds het nationale bestuurscentrum. Maar deze functie van de stad wordt minder belangrijk. De rijksoverheid krimpt snel omdat ze taken overdraagt aan Brussel, aan de gemeenten en aan de markt.

Daarmee dreigt Den Haag te marginaliseren en moet het volop inzetten op zijn rol als centrum voor internationale juridische instellingen en alles wat zich daaromheen beweegt. Het gemeentebestuur probeert actief een cluster te creëren dat steeds meer instellingen en bedrijven zal aantrekken. Er zijn economen die twijfelen aan de toegevoegde waarde daarvan, maar het belang ervan schuilt voor een groot deel ook in het geven van identiteit aan een stad. Het internationaal-juridische cluster laat zien waarmee Den Haag zich onderscheidt van andere steden. Daardoor hoeft de stad niet meer uit te leggen wat haar bijdrage aan de internationale Randstadeconomie is.

Provinciestad

Den Haag heeft zichzelf dus als taak gegeven verbindingen te leggen tussen experts uit de hele wereld die met vrede, recht en security bezig zijn. Maar dat kan niet beperkt blijven tot de vierkante kilometer rondom het Vredespaleis. Het werkt alleen als Den Haag hecht verbonden blijft met de andere delen van de Randstadmetropool. Zonder de context van de Randstad zou Den Haag een nette provinciestad als Genève of Straatsburg zijn.

Het is daarom essentieel dat Den Haag goed verbonden is met ‘zijn’ universiteitssteden Leiden en Delft en met het economische centrum van de Randstad, dat op Schiphol en in Amsterdam-Zuid ligt. Die verbindingen gaan relatief achteruit, er dreigt een achterstand.

Ik woon in Den Haag en werk in Rotterdam. Wanneer ik vanuit het centrum van Rotterdam naar Amsterdam moet, kan dat over het nieuwe hogesnelheidsspoor in veertig minuten. De reis terug naar huis, van Amsterdam naar Den Haag, is zestien kilometer korter, maar duurt minimaal tien minuten langer. Nog belangrijker dan die tien minuten is de beleving van die reis: de intercity tussen Amsterdam en Den Haag rijdt niet echt hard en vaak moet je in Leiden overstappen.

De hogesnelheidstrein, die onder het Groene Hart doorgaat, maakt tempo. Daardoor zijn Amsterdam en Rotterdam niet alleen in tijd dichter bijeengekomen. De psychologische afstand, de mental map, tussen die twee is kleiner geworden, terwijl de afstand tussen Amsterdam en Den Haag als het ware is toegenomen.

Winkelgebied

Het hogesnelheidsspoor wordt de nieuwe norm voor reizen en het is heel spijtig dat het niet is gelukt Den Haag daarop aan te sluiten. Zo zijn er meer verbindingen die Den Haag nodig heeft. Het spoor tussen Den Haag en Rotterdam moet zo snel mogelijk worden verdubbeld en terecht probeert wethouder Peter Smit de verbinding met Brussel te verbeteren.

Ook de verbindingen binnen de stad Den Haag zijn nog niet goed genoeg, vooral het openbaar vervoer tussen het centrum, Scheveningen en het World Forum-gebied. Stedenbouwkundige Maurits de Hoog heeft onlangs erop gewezen dat het World Forumgebied en het museumkwartier aan de Stadhouderslaan één wandelgebied zou moeten gaan vormen met de Frederik Hendriklaan. Dat kan een stuk van de stad met metropoolkwaliteit worden.

Stadsregio’s

De bestuurlijke organisatie van de Randstad is een heel actueel onderwerp. Daarbij moeten we beseffen dat de Randstad wezenlijk anders is dan de andere delen van Nederland. Daarbij zou ook een afwijkend bestuurlijk model kunnen passen.

Minister Plasterk is vooral bezig met de toekomst van de provincies. Maar die stammen uit een ver verleden, toen steden nog op zichzelf staande gemeenten binnen provincies waren. In de Randstad van nu is dat heel anders. We hebben hier overal aaneengesloten stedelijke gebieden. Die bestaan uit gemeenten die naadloos tegen elkaar aan liggen. Er is niemand die eraan twijfelt dat Voorburg iets met Den Haag heeft en Schiedam iets met Rotterdam. Zo zijn natuurlijke vormen van samenwerking ontstaan, zoals het Stadsgewest Haaglanden en de stadsregio Rotterdam.

Die stedelijke regio’s zijn zo georganiseerd dat één wethouder tevens bestuurder van de regio is. Die wethouder hoeft niet te scoren voor zijn/haar electoraat. Hij/zij heeft primair de opdracht om te samenwerking tussen de gemeenten te organiseren en praktische resultaten te bereiken.

Het is tegenwoordig een breed gedragen principe dat de gemeente de eerste overheid is. Dus is het ook logisch dat de gemeenten zelf bepalen op welke terreinen ze willen samenwerken en dat ze dat zelf organiseren. In een gebied als de Randstad heb je daar de provincie niet bij nodig.

Ik pleit daarom voor een Randstad van stedelijke regio’s, waarin de provincies zijn opgeheven. Dat kunnen de huidige stedelijke regio’s zijn, maar de gemeenten kunnen ook besluiten tot samenwerking op hogere schaal, bijvoorbeeld als regio Rotterdam-Den Haag of Den Haag-Leiden. Op die manier organiseren we het bestuur langs samenwerkingsverbanden die zich in de praktijk hebben bewezen en we maken een einde aan de competentieproblemen tussen grote steden en provincies.

Share
jan 292013
 

Welke zijn de plekken in de Randstad waar de metropool echt tot leven komt? En hoe kun je dergelijke plekken creëren? Die vragen stelde hoogleraar Maurits de Hoog zich in zijn studie De Hollandse Metropool. De Randstad is na Londen en Parijs de sterkste metropoolregio van Europa.

Door Pieter Maessen

Dit artikel verscheen in december 2012 in #MRDH, het relatiemagazine van de stadsregio Rotterdam en Stadsgewest Haaglanden

Ir. Maurits de Hoog deed het onderzoek naar ‘metropolitane interactiemilieus’ als hoogleraar Stad en Regio aan de TU Delft. Hij is nu weer terug naar zijn oude werkgever, de Dienst Ruimtelijke Ordening van Amsterdam. De leerstoel in Delft, die hij vier jaar bekleedde, heeft hij gebruikt om te onderzoeken in hoeverre er in de Randstad al sprake is van een metropool.

De Hoog: ‘Het Duitse ruimtelijk planbureau heeft het metropoolkarakter onderzocht van stedelijke regio’s met een straal van vijftig kilometer. Zij keken naar vijf factoren: politiek, economie, wetenschap, verkeer en cultuur. Dat sprak mij aan omdat een gebied pas echt een metropoolkarakter krijgt als er ook internationale instellingen zitten en er op een hoog niveau cultuur en wetenschap worden bedreven. Op de Duitse index scoort Londen 100 en Parijs 97,9. De daaropvolgende sterkste metropoolregio is de Randstad met een score van 74,5, duidelijk boven regio’s als bijvoorbeeld Wenen, Moskou, Brussel of Milaan.’

Spuiforum

De Hoog en zijn medewerkers hebben een inventarisatie gemaakt van clusters op drie terreinen: cultuur, congres en kennis. De Hoog: ‘De essentie is dat je verschillende soorten publiekstrekkers in de openbare ruimte heel goed met elkaar moet verbinden. Zo creëer je grootstedelijke interactiemilieus. Daar vindt de handel plaats, daar ontstaan de nieuwe ideeën en nieuwe relaties waaruit innovatie voortkomt.’

‘Hoe het niet moet hebben Milaan en Madrid laten zien. Die steden hebben hun internationale congrescentrum naar de rand van de stad verplaatst. Maar congresgangers komen juist een paar dagen naar een stad omdat ze die stad willen beleven, ze willen er rondzwerven en zich laten verrassen.’

Wat heeft het zuidelijk deel van de Randstad in dit opzicht te bieden?

‘Ik zie Ahoy als een regionaal centrum, het ligt te perifeer om een rol te spelen in het metropoolkarakter van Rotterdam. De Doelen en het World Forum in Den Haag zijn betere conventielocaties. Het besluit van het Haagse gemeentebestuur om een nieuw Spuiforum te bouwen vind ik een goede zet. Theaters zijn goed te gebruiken om een veelzijdig pakket van conventievoorzieningen aan te bieden en je kunt ze ook als collegezaal benutten.’

Museumpark

Maurits de Hoog is geboren in Gouda en heeft jaren in Rotterdam en Delft gewerkt.  Hij kent de Zuid-Hollandse steden heel goed. Wat is hem vooral opgevallen in zijn speurtocht?

‘Het contrast tussen Rotterdam en Den Haag is groot. Den Haag is veel rijker dan ik dacht.  De binnenstad, het ministeriekwartier en het cultuurkwartier zijn goed met elkaar verbonden en vormen een gevarieerd district. Daarnaast kent Den Haag ook opkomende clusters rond Gemeentemuseum/Worldforum en in Scheveningen en publiekstrekkers zoals Madurodam. De relaties tussen de clusters kunnen  beter; dan maakt Den Haag een echte sprong.’

‘Rotterdam heeft het moeilijker door de grote verkeersstraten uit het naoorlogse Basisplan. Ze doorsnijden de stad. De Wilhelminapier ligt te ver weg van de binnenstad en het Museumpark. Een aantal nieuwe voorzieningen, zoals het Nieuwe Luxor, had beter bij het Churchillplein gebouwd kunnen worden. Ook de RDM-campus ligt te ver weg om mee te kunnen doen in de mix van stedelijke activiteiten. De Erasmus Universiteit had afgelopen jaren alfa- en gammafaculteiten moeten oprichten. Meer dan de bèta’s en medicijnenstudenten hebben alfa- en gammastudenten de neiging om de stad als hun leefgebied te beschouwen. Wat mij ook tegenvalt is dat Boymans van Beuningen nauwelijks meedoet in het circuit van internationale musea. In De Haag lukt dat met het Mauritshuis en het Gemeentemuseum veel beter.’

Superdistrict

‘Bij ons onderzoek naar de kennisclusters viel ons op hoeveel internationale onderzoeksinstituten er in Den Haag zijn. Gecombineerd met de steeds hechtere relatie met de Universiteit Leiden, kun je Den Haag tegenwoordig een universiteitsstad noemen. In Rotterdam is het aantal kennisinstellingen gering, maar daar staat tegenover dat Delft, Vlaardingen (Unilever) en Rijswijk (het Shell-onderzoekscentrum) ertegenaan liggen.’

‘De TU-wijk van Delft is qua oppervlakte het grootste fysieke kenniscluster van Nederland. Het is een superdistrict, maar de vulling ervan is nog heel dun, waardoor er nog een enorm ontwikkelpotentieel ligt.’

Coolsingel

De steden in de Randstad hebben een rijk aanbod aan voorzieningen maar die zijn vaak slecht met elkaar verbonden. De Hoog: ‘In Den Haag komen veel mensen naar het Gemeentemuseum, het Omniversum en het Museon. Daar vlakbij ligt het aantrekkelijke winkelgebied van de Frederik Hendriklaan. Maar die publiekstrekkers zijn niet met de winkelstraat verbonden, er is geen uitnodigende wandelroute met terrassen of winkeltjes. Kijk naar Amsterdam: daar lopen cultuur, winkelaanbod en horeca voortdurend door elkaar heen.

‘Ook Rotterdam kan in dit opzicht nog veel verbeteren. Tussen het nieuwe Centraal Station en de Meent zou je van het Weena en de Coolsingel een mooie bomenboulevard kunnen maken. In het algemeen moeten de voetgangersgebieden groter worden, al is het maar in het weekend.’

Brainpark

Het onderzoek van De Hoogs vakgroep richtte zich niet op kantoorlocaties, maar hij heeft er wel een visie op. ‘De perifere locaties, zoals de Plaspoelpolder, Rivium en Brainpark, zijn de probleemgebieden. Daar zullen radicale besluiten nodig zijn. Je moet de openbare ruimte aanpakken en faciliteiten bieden in de plinten van de kantoorgebouwen. Je kunt van alles doen met kleine ondernemingen, kinderopvang, horeca, tuintjes, winkeltjes, ateliers en studentenhuisvesting.’

‘Woudestein is de enige echte campus van Nederland. Die zou je kunnen verbinden met Brainpark en Kralingse Zoom en er een kennisdistrict van kunnen maken. In Den Haag gaat het de goede kant op met de internationale zone. Dat is een aantrekkelijk, parkachtig gebied. Daar komt ook het mooie oude KLM-kantoor vrij, waarin nu nog het Ministerie van Infrastructuur zit.’

Randstad

‘Rotterdam, Den Haag, Leiden en Delft hebben enorme kansen om een metropoolregio te worden en een breder publiek aan te trekken. Voor de Randstad als geheel is daar veel te winnen, want Amsterdam alléén heeft te weinig om op Europese en mondiale schaal flink mee te tellen.’

Na zijn onderzoek naar clusters op het gebied van ‘cultuur’, ‘congres’ en ‘kennis’ komt De Hoog in de Randstad tot een beschrijving van vier bestaande en zeven opkomende metropolitane interactiemilieus.

Bestaande metropolitane interactiemilieus:

  • omgeving Dam Amsterdam;
  • binnenstad Den Haag;
  • Uithof Utrecht;
  • TU-wijk Delft.

Opkomende:

  • binnenstad/Museumpark/Leuvehaven Rotterdam;
  • stadshart Utrecht;
  • Leidseplein-Museumplein,
  • Oostelijke Binnenstad Amsterdam
  • Zuidas Amsterdam;
  • Internationale Zone Den Haag;
  • zeefront Scheveningen.

 

  

Share