mrt 192012
 

Het heeft heel lang geduurd, maar er zit nu toch werkelijk vooruitgang in een samenhangende uitvoering van de grote Randstadopgaven, al kan het zeker nog krachtiger. Er wordt steeds duidelijker gepland op het niveau van de grotere stedelijke verbanden rond Amsterdam, Rotterdam-Den Haag en Utrecht. De bestuurders in de Randstad moeten nu zelf het initiatief nemen in de onderhandelingen over investeringspakketten. En de samenwerking tussen de bestuurders in de regio’s en tussen de regio’s moet intensiever.

Pakketten

In de laatste kabinetsformatie is het programma Randstad Urgent in het leven geroepen met dertig projecten die allemaal volgens een strak draaiboek voortgang moeten maken. Dat leidt al tot redelijke resultaten. Belangrijker is dat het kabinet toewerkt naar het clusteren van die enorme lijst projecten tot grote regionale investeringspakketten. In zo’n pakket zitten niet alleen infrastructuur voor het verkeer, maar ook natuurgebieden, woninglocaties en bedrijventerreinen. Alle ruimtelijk-fysieke ontwikkelingen in een regio worden in één ontwikkelingsplan opgenomen. Daarmee stijgt de kans dat het plan via één investeringsstrategie tot uitvoering komt. Er komt ook een gebiedsagenda op Randstadniveau.

Deze bundeling van besluiten wordt vooral stevig aangepakt in de driehoek Utrecht-Hilversum-Amersfoort, op de as Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad en op de as Gouda-Alphen-Leiden-Katwijk. Ook voor Rotterdam en Den Haag zijn Randstad Urgentpakketten in voorbereiding en die twee steden studeren zelfs op een gezamenlijke pakket. De coördinerende minister, Eurlings (verkeer en waterstaat), zal de gebundelde besluiten later dit jaar aan de Tweede Kamer sturen.

Checks and balances

Deze pakketten zijn mogelijk geworden doordat bestuurders en planologen er steeds beter in slagen plannen voor een gebied op te stellen waarin verschillende visies behoorlijk op elkaar zijn afgestemd. Er ontstaat geleidelijk een stelsel van checks and balances tussen de belangen van woningbouw, verkeer, landschap, water en bedrijventerreinen. De uitkomsten zijn nog niet altijd honderd procent bevredigend, maar geen enkele sector kan zijn exclusieve stempel meer op een gebied drukken. Het nieuwe rijksprogramma dat infrastructuur en ruimtegebruik aan elkaar koppelt (MIRT), is verlengd tot 2028 (mogelijk het jaar van de Olympische Spelen in de Randstad). Hierdoor kunnen planners een lange tijdshorizon gebruiken en meer aandacht geven aan investeringen die pas op termijn hun vruchten afwerpen.

Toch zijn we er nog niet. De gezamenlijke planvorming lukt steeds beter, maar wanneer het aankomt op afspraken over de uitvoering van de regionale pakketten, dan blijkt het geld nog steeds verdeeld te zijn over verschillende fondsen bij vier verschillende ministeries. Ook op regionaal niveau is er veel versnippering van investeringsmiddelen tussen provincies en (relatief kleine) gemeenten.

Onderhandelen

De onderhandelingen over deze investeringspakketten worden gewoonlijk door ambtenaren gevoerd, waarna bestuurders het resultaat afzegenen. Dat zou moeten veranderen, want de regionale investeringen zijn zo omvangrijk en ingrijpend geworden, dat de bestuurders persoonlijk de akkoorden moeten uitonderhandelen. Zij moeten elkaar in de ogen kijken en een deal sluiten waarmee ze naar hun achterbannen kunnen gaan. De ambtenaren krijgen daarna de taak het akkoord uit te werken. Zo is de rolverdeling bij dit soort belangrijke besluiten staatkundig ook bedoeld.

Tot de volgende Kamerverkiezingen hebben de bestuurders in de Randstad een gouden kans om afspraken voor te bereiden die bij de coalitieonderhandelingen van 2011 kunnen worden vastgelegd in het regeerakkoord.

Spilpositie

Wij zien dus redelijk goede samenwerking van de grond komen in de grootstedelijke gebieden, maar op het niveau van de Randstad als geheel is er nog veel te winnen. Alleen bij presentaties in het verre buitenland lukt het af en toe om de Randstad als een interessant, samenhangend investeringsgebied neer te zetten. Eén van de Randstad Urgentprojecten ging over het versterken van het openbaar vervoer, maar dat heeft vooralsnog niet veel opgeleverd. Er is geweldig veel winst te boeken als het openbaar vervoer niet meer versnipperd wordt aanbesteed door minstens acht verschillende stadsregio’s en provincies.

Hier wreekt zich dat bestuurders veelal in sceptische termen over de Randstad spreken. In de media hebben de meesten de neiging om mee te huilen met wolven die het doen voorkomen alsof de Randstad één volgebouwde betonmassa is. Dat is gewoon niet waar. We zijn er de laatste veertig jaar, ondanks aanwijsbare missers, heel aardig in geslaagd om bouwgebieden te bundelen en open gebied te beschermen. De Randstad is echt veel meer dan wat je beleeft vanaf de snelweg. Er is veel groen, een groot open middengebied, vijftig kilometer strand, talloze parken en natuurgebieden.

Denken in Randstadtermen betekent niet dat een Rotterdammer opeens ook Amsterdammer moet worden. Het gaat erom de potentiële synergie tussen de steden veel beter aan te spreken. Op een beperkt, goed af te bakenen aantal onderwerpen moeten we gaan denken en handelen op Randstadschaal. De Olympische Spelen van 2028 kunnen een effectieve katalysator zijn, maar we kunnen ook volgend jaar al beginnen met een openbaarvervoerautoriteit op Randstadschaal.

Door Ellen Peper (directeur van Twynstra Gudde) en Pieter Maessen
Gepubliceerd in Publieke Werken, oktober 2009

Share