mrt 192012
 

In het zuidelijke deel van de Randstad liggen tegen elkaar aan twee grote stadsgewesten met bij elkaar zo’n drie miljoen mensen. Het gebied heeft drie universiteiten, de grootste haven van Europa en -met het oog op de toekomstige wereldregering- de juridische hoofdstad van de wereld.

Dit klinkt indrukwekkend, maar toch legt deze ‘Zuidvleugel van de Randstad’ het af tegen de Noordvleugel. Deze laatste is erin geslaagd alle gemeenten rondom de hoofdstad te verenigen in wat tegenwoordig heet de ‘Metropoolregio Amsterdam’. De MRA steelt de show.

Het rijk beschouwt MRA als het kerngebied van de Randstad. Mede dankzij de goede onderlinge samenwerking van de gemeenten wordt er flink geïnvesteerd: een peperdure metrolijn, een Europees zakencentrum op de Zuidas, een almaar uitdijend Schiphol, terwijl de Amsterdamse satellietstad Almere mag uitgroeien tot de vierde stad van het land.

Al jarenlang probeert de Zuidvleugel van de Randstad de Noordvleugel bij te houden. Dat is niet alleen bestuurlijk gedoe. Het gaat echt minder goed met de Zuidvleugel: economische groei, internationale bekendheid, toerisme, cultuur: de Noordvleugel doet het beter dan de Zuidvleugel.

In de Zuidvleugel werd tot nog toe de samenwerking met de mond beleden, maar als puntje bij paaltje kwam gunden de steden elkaar de ruimte niet. Rotterdam en Den Haag stonden met de ruggen naar elkaar toe. De provincie Zuid-Holland slaagde er niet in doorbraken daarin te bereiken. De provincie kijkt vooral naar infrastructuur en ze houdt er niet van als de afzonderlijke gemeenten buiten haar om samenwerking tot stand brengen.

Toch is dat laatste nu aan de hand. Met het aantreden van de twee nieuwe burgemeesters, Aboutaleb en Van Aartsen, is het klimaat veranderd. Inmiddels al een half jaar onderzoeken wethouders en ambtenaren van Den Haag en Rotterdam voorzichtig wat de twee steden voor elkaar kunnen betekenen. Op de recente Zuidvleugelconferentie schetste Jozias van Aartsen, duidelijk namens beide steden, het perspectief voor de komende jaren. Het gaat voorlopig voorzichtig.

Van Aartsen: ‘ Tot voor kort stonden de steden met de ruggen naar elkaar toe, maar het is nodig naar elkaar toe te bewegen.’ En hij kwam met -schuchtere- plannen. Zestienhoven wordt omgedoopt tot Rotterdam-The Hague Airport. Er moet vanuit beide steden goed openbaar vervoer daarnaartoe komen. Op cultuurgebied zouden de kortingspassen van beide gemeenten in elkaar geschoven kunnen worden. Er wordt gewerkt aan een City-Pier-Harbour-loop. Midden-Delfland moet officieel een park van de metropoolregio Rotterdam- Den Haag worden. En de steden willen samen geld binnenslepen voor nieuwe infrastructuur.

In de politieke werkelijkheid van dit moment is dit al heel wat. We zitten vijf maanden voor de gemeenteraadsverkiezingen en geen enkele politicus heeft er behoefte aan de identiteit en zelfstandigheid van zijn stad ter discussie te stellen. Dat is heel verstandig want de kiezers zijn heel emotioneel over dergelijke onderwerpen.

Maar het is goed mogelijk dat de samenwerking na de verkiezingen onder leiding van Van Aartsen en Aboutaleb meer inhoud krijgt. Wat zou dat kunnen zijn? Een fusie van HTM en RET? Bijeenbrengen van de Kamers van Koophandel? En hoe ver zal die samenwerking gaan? Delft wordt er in ieder geval bij betrokken. Maar wellicht ook Leiden. De universiteit van Leiden overweegt zelfs een hele faculteit naar Den Haag te verhuizen. Op den duur wellicht een fusie van de universiteiten van Leiden en Rotterdam?

Er is beslist geen het samenvoegen van gemeenten, schrijft het College van BenW. In de opmerkingen van Van Aartsen kun je tussen de regels door wél horen dat een metropoolregio taken van de provincie zou kunnen overnemen.

De grote Zuid-Hollandse steden kunnen alleen maar winst boeken met samenwerking. De tijd dat steden leegliepen en dat de hogere sociale klassen naar het platteland vertrokken ligt achter ons. Overal in Europa groeien de steden in omvang en in economische betekenis waarbij ze er steeds beter in slagen die groei te combineren met een aantrekkelijke leefomgeving. Een dubbelstad Rotterdam-Den Haag kan heel goed zo’n aantrekkelijke omgeving zijn en zal succesvoller zijn als de stadsbesturen samenwerken. Dat besef zit op het Spui en aan de Coolsingel nu tussen de oren en we zullen de komende decennia zien dat die dubbelstad geleidelijk meer inhoud krijgt.

(Gepubliceerd in Den Haag Centraal, november 2009)

Share
mei 122010
 

Het Plein in de sneeuwEind maart 2013 verschijnt bij NAi010-Uitgevers mijn boek De poldermetropool. Wat iedereen moet weten over de Randstad.

Al zestig jaar praten bestuurders en planologen over de Randstad. Iedereen heeft een beeld bij dat begrip, maar nu pas verschijnt met De Poldermetropool het eerste publieksboek waarin wordt beschreven hoe dit kerngebied van Nederland in elkaar zit, wat het betekent voor Nederlanders en voor onze economie. Met deze metropool heeft Nederland goud in handen, maar we doen er te weinig mee.

Buitenlandse onderzoekers stellen telkens weer vast dat de Randstad in de hiërarchie van metropolen een prominente plaats inneemt. Recent Duits onderzoek plaats de Hollandse metropool op plaats drie in Europa: één is Londen, twee Parijs, drie is de Randstad. De Duitse onderzoekers scoorden deze regio’s op vijf factoren: politiek-bestuurlijk, economisch, wetenschappelijk, transport en cultuur.

Actueel

Metropoolvorming is hoogst actueel: het kabinet komt dit voorjaar met het wetsvoorstel om Noord-Holland, Utrecht en Flevoland te laten fuseren tot een provincie ‘Randstad-Noord’. In Zuid-Holland zijn 24 gemeenten bezig met de oprichting van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.

Metropoolvorming is onvermijdelijk, want op de hele wereld concentreert de economische ontwikkeling zich in grootstedelijke gebieden. In Nederland is dat niet anders. Terwijl in andere delen van het land de krimp toeslaat, verwacht het CBS dat de bevolking van de Randstad tot 2025 met 700.000 mensen blijft groeien.

Gouden Eeuw

In De Poldermetropool beschrijf ik hoe de Randstad de voortzetting is van het gewest Holland uit de Gouden Eeuw. Ik laat zien hoe de Nederlandse politiek tot voor kort heeft proberen te voorkomen dat er in het Westen grote steden zouden ontstaan. Ik belicht hoe de economie en het verkeerssysteem van de Randstad in elkaar zitten en hoe belangrijk de afwisseling van steden en groene gebieden is.

Voor veel Nederlanders is de Randstad bovendien een emancipatiemachine: na hun middelbare school studeren en werken zij er een paar jaar en ze ontplooien zich tot wereldwijze burgers, waarna zij hun leven en loopbaan voortzetten in een van de andere delen van Nederland.

Ook leg ik de bestuurlijke processen bloot die de ontwikkeling van de Randstad voortstuwen. Een gebrek aan centraal bestuur en een provinciale mentaliteit maken het moeilijk de heftige concurrentie van andere Europese steden het hoofd te bieden.

 

Share